SGP en PVV vragen pluimveesector te ontzien bij afromen dierrechten

Het commissiedebat Mestbeleid vond twee weken geleden, donderdag 4 juli plaats in de Tweede Kamer met de nog maar net geïnstalleerde Minister Wiersma van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur. De NVP had in samenwerking met ONL, de onafhankelijke ondernemersorganisatie van Nederland, voorafgaand aan het debat haar visie onder de aandacht van de verschillende woordvoerders gebracht. In het debat brachten zowel PVV als SGP een aantal standpunten van de NVP naar voren, naar aanleiding van de NVP-visie.

De PVV gaf aan dat het wellicht niet reëel is om de pluimveesector mee te nemen in het wetsvoorstel omtrent het mestbeleid vanwege het feit dat ze onder haar sectorplafonds produceren. Daarnaast gaf de PVV aan dat pluimveemest vrijwel volledig wordt hergebruikt en 95 procent wordt verkocht aan andere sectoren. De resterende 5 procent wordt hergebruikt om tarwe te produceren om te gebruiken voor voer binnen het eigen bedrijf.

Afroming irreëel

De SGP kwam daarnaast ook met een vraag over het voorgenomen afromingspercentage van 30 procent van de productierechten voor pluimvee. Het SGP-Kamerlid zei in zijn bijdrage: „Die laatste twee sectoren (Pluimvee en Varkenshouders, red.) produceren nu echter onder hun sectorplafonds. Ik vraag aan de minister of het wel reëel is om de afroming voor die sectoren mee te nemen in het wetsvoorstel. Ik waarschuw ook voor het vastpinnen van verlaagde sectorplafonds. Zorg voor voldoende flexibiliteit en reken niet met seizoensmatige pieken.”

Na herhaaldelijk vragen gaf de Minister aan dat hier na het reces uitsluitsel over wordt gegeven. De Minister benadrukte dat de plafonds en het afromen voortkomt uit de plannen van de vorige Ministier. In principe wordt die lijn nog aangehouden, maar de minister gaf wel te kennen dat ze in de zomer en de komende weken nogmaals goed gaat bekijken.

NVP-voorzitter Bart-Jan Oplaat vindt het fijn dat er in het mestdebat aandacht is geweest voor de pluimveesector en dat de standpunten van de NVP aan bod zijn gekomen. „In verband met de korte tijdspanne tussen de installatie van de minister en het debat kon zij helaas nog geen duidelijkheid geven. ONL en de NVP houden de ontwikkelingen in de gaten en hopen na de zomer een reactie te ontvangen van de minister van Landbouw op de vragen van de PVV en SGP”, zegt Oplaat.