
“Alleen kom ik niet verder” - Alex Visch over samen eieren afzetten via een collectief

“Marktkracht is belangrijk, maar die stip op de horizon vind ik eigenlijk nog zeker zo belangrijk – zo niet belangrijker.”
Familiebedrijf in veranderende tijden
Alex (47) woont met vier generaties Visch op het erf in ’t Harde (GLD): zijn grootvader, ouders, hijzelf met zijn vrouw Sanne en hun drie kinderen. Het bedrijf telt 163.000 scharrelhennen en zo’n 100 hectare akkerbouw, waarop onder meer tarwe voor de eigen hennen wordt verbouwd.
De pluimveehouderij zit al generaties in de familie, maar de tijd is veranderd ziet Alex: “De retail is de afgelopen 15 jaar enorm sterk geworden. Supermarktketens kruipen steeds dichter tegen elkaar aan. En ook bij de voerleveranciers zie je concentratie.” Die ontwikkeling vergroot de machtspositie van afnemers, terwijl individuele boeren steeds minder invloed hebben.
Collectieve eierverkoop
In 2022 besloot Alex zich aan te sluiten bij UPP en was daarmee een van de eerste leghennenhouders die via dit initiatief zijn eieren liet verkopen. “Dat was ook wel zoeken met elkaar,” geeft hij toe. “Want ik vind handel doen zelf ook ontzettend leuk. Het loslaten vond ik echt wel heel lastig.”
Hoewel UPP nu de verkoop verzorgt, blijft hij nauw betrokken. Hij kent de aanbiedingen, wordt goed op de hoogte gehouden, en heeft geleerd vertrouwen te geven aan het collectief. “Ik heb wel het besef: als ik dit niet loslaat, dan blijf ik alleen die handel doen en dan kom ik nooit verder met mijn bedrijf.”
De rol van de handel
Het idee achter UPP is niet om de handel buiten spel te zetten – juist niet. “Wij hebben de handel hard nodig,” benadrukt Alex. Waar het wél om gaat, is het herstellen van de balans in de keten. “Als eenling kun je geen vuist maken,” merkt Alex op. De oplossing zit voor hem in samen optrekken – niet alleen in de verkoop van eieren, maar ook in hoe de sector zich presenteert. Zo noemt hij als voorbeelden een gezamenlijke PR-aanpak richting de consumentenmarkt en een keurmerk dat de kwaliteit zichtbaar maakt.
“Waarom zouden we zelf niet een keurmerk kunnen maken? Dan heb je zelf de regie. Je kunt zelf in overleg met de consument.”
Waarom is dit hét moment om meer samen te werken?
Het gaat momenteel goed in de sector: de vraag naar eieren is groot en de prijzen zijn aantrekkelijk. Maar, zegt Alex, dat is geen garantie voor de toekomst. “De markt is nu heel vriendelijk. Maar dat wil niet zeggen dat het zo blijft.”
Juist nu is het moment om te bouwen aan een sterk collectief. Niemand weet wat de toekomst brengt – ook politiek gezien. Denk aan stikstof, CO₂, dierwelzijn en voedselveiligheid. Alles in handen van de politiek leggen, past niet bij agrarische ondernemers. Alex ziet liever dat de sector zélf het voortouw neemt, met realistische, gedragen oplossingen. “Wie zijn de experts? Zijn dat de ambtenaren die daar in Den Haag achter hun bureau zitten of degene die voor aan het roer staan en zeggen van, hé, maar wij kunnen best veel. Wij willen wel meedenken in oplossingen.”
Aansluiten zonder verkoop: kan dat?
Aansluiten bij UPP hoeft niet meteen te betekenen dat je je eieren via het collectief verkoopt, benadrukt Alex. “Een aantal deelnemers kijkt het eerst rustig aan en dat snap ik heel goed.” Wat je als UPP-lid bij start al wel kunt doen, is meedenken, je ideeën delen en andere ondernemers ontmoeten. Ondernemers die ook geloven in samenwerking, sectorontwikkeling en het versterken van de positie van pluimveehouders in de keten. Wie ook kiest voor verkoopbemiddeling via UPP, draagt niet alleen bij aan het collectief, maar maakt gebruik van het bestaande netwerk en de kennis van de markt.
Voor Alex betekent UPP méér dan alleen eieren verkopen. Het is voor hem ook belangrijk hoe de sector zijn verhaal vertelt aan de samenleving.
“Ik kan het iemand in Amsterdam niet kwalijk nemen dat ze niet weten hoe de sector van ons eruitziet. Want we vertellen ook niks. En dat ligt echt aan ons, hè.”
Daar ligt een kans:
Om samen zichtbaar te maken waar de sector voor staat. Wie meedoet, doet dat dus niet alleen voor zichzelf – maar ook voor de sector, en voor de volgende generatie.
Tekst: Marloes ten Oever
Beeld: Natasja Beverloo