Britse leghennenhouder wint belastingzaak: belangrijke jurisprudentie voor agrarische gebouwen

De gebouwen werden als functioneel onderdeel van het agrarisch productieproces erkend. Het oordeel markeert een belangrijke overwinning voor de landbouwsector en creëert een precedent voor soortgelijke bedrijven in het Verenigd Koninkrijk.

Aanleiding: 200.000 pond belastingdruk dreigde

De zaak begon in 2021, toen Fridays bezwaar maakte tegen een belastinglijst uit 2017, waarin de gebouwen werden aangemerkt als belastbaar. De fiscus vorderde hierdoor ruim 200.000 pond aan belasting. Een eerste bezwaar werd in 2022 afgewezen door het Valuation Tribunal. Fridays ging hiertegen in hoger beroep bij het Upper Tribunal (Lands Chamber), dat in 2024 het gelijk van het bedrijf erkende. De belastingdienst ging vervolgens in beroep bij het Court of Appeal, dat nu definitief in het voordeel van Fridays heeft geoordeeld.

Functionele koppeling aan de landbouwproductie

Kern van het geschil was de vraag of gebouwen die gebruikt worden voor de verwerking (zoals verpakken en opslaan) van agrarische producten, onder de vrijstelling voor agrarisch gebruik vallen. De rechter oordeelde dat er sprake is van een duidelijke “functionele koppeling” tussen de gebouwen en de productie van eieren, en dat daarmee de belastingvrijstelling van toepassing is.

Belang voor andere landbouwbedrijven

De uitspraak wordt gezien als een belangrijke stap in de verduidelijking van fiscale regels voor moderne landbouwbedrijven die met verwerkings- en logistieke functies werken. De Britse boerenorganisatie NFU (National Farmers’ Union) ondersteunde de zaak juridisch via haar Legal Assistance Scheme. Volgens NFU-voorzitter Tom Bradshaw geeft het vonnis landbouwers rechtszekerheid bij de inrichting van hun bedrijfsvoering.

Ook Andrew Friday, directeur van het familiebedrijf, benadrukte dat het oordeel zekerheid biedt aan agrarische ondernemers die hun bedrijf moderniseren. NFU-jurist Nick Hamer sprak van een mijlpaal voor leden die te maken hebben met juridische strijd over belastingzaken.

Relevantie voor Nederlandse pluimveehouders

Hoewel het om Britse wetgeving gaat, is het vonnis ook voor Nederlandse pluimveehouders en andere agrarische ondernemers interessant. In Nederland speelt regelmatig discussie over de fiscale behandeling van stallen, opslag en verwerkingsfaciliteiten — vooral bij verbrede landbouw en multifunctionele bedrijven. De redenering van het Britse hof – dat dergelijke gebouwen integraal deel kunnen uitmaken van de landbouwproductie – sluit aan bij soortgelijke discussies in Nederland.