
“Met 15 miljoen kippen aan tafel zitten, dan praat je mee over de prijs”

Of UPP dat voor elkaar krijgt, is de vraag. De potentie is er, maar hangt aan een dun draadje: het commitment van de leden. “Als de prijzen goed zijn, is het makkelijk meedoen. Maar als de markt zakt, wie blijft dan loyaal en wie belt zelf een handelaar iets meer te krijgen?” Met zo’n tijdelijke bonus probeert de handel ‘de kikkers uit de kruiwagen te laten springen’, oftewel: om de tot dan toe loyale groep in beweging te krijgen en aan te zetten tot heronderhandeling. Precies daar schuilt het gevaar. Want zodra leden UPP omzeilen, komt de prijs onder druk te staan. Handelaren ruiken hun kans, wachten af en zien hoe de eierprijs vanzelf verder zakt. William:
Je moet blijven staan. Juist dan. Anders valt het hele systeem in elkaar.
“Als het rendement goed is, kun je tijd vrijmaken voor je gezin”
William werd op 26-jarige leeftijd eigenaar van het pluimveebedrijf dat zijn vader in 1967 oprichtte. Door de gezondheidssituatie van zijn ouders nam hij vroegtijdig het roer over en belandde midden in de verantwoordelijkheid voor 180.000 kippen in kooihuisvesting. Jong, ambitieus en gedreven, maar met weinig tijd om te wennen. “Het groeiproces ging snel,” zegt hij hierover. Vanaf 2005 schakelde William geleidelijk over naar scharrelhuisvesting. Inmiddels houdt hij 300.000 leghennen.
Met zijn scherpe blik ziet William invalshoeken die niet voor hand liggen en ontwikkelingen die anderen nog ontgaan. Niet bang voor tegengeluid, altijd met een prettige directheid. Werk is belangrijk, maar het draait voor hem niet alleen daarom.
Ik werk graag, maar ben ook graag thuis. Als het rendement goed is, kun je ook tijd maken voor je gezin. Je moet ook een mooi leven hebben. Het is maar kort, he.
Hoewel hij zijn hele leven op het pluimveebedrijf woont en werkt, klopt Williams hart misschien nog wel het meest voor de handel. In de jaren ’90 richtte hij samen met zes andere pluimveehouders in Zuid-Nederland een collectief op, goed voor 800.000 stuks. Het initiatief strandde: de markt was slecht en het bleek lastig om alle neuzen dezelfde kant op te houden. Maar William liet het er niet bij zitten. Een paar jaar was hij actief als zelfstandig eierhandelaar, waar hij zich als een vis in het water voelde. Door er dagelijks mee bezig te zijn, had hij veel feeling met de marktwerking. “Waar wil de handel heen? Dat is elke maand weer een beetje anders.”
Tot rond 2015. De retail groeide hard, de marges krompen en er was geen ruimte meer voor kleine handelaren. De schaalvergroting zette door. William moest stoppen. Maar toen UPP vijf jaar later werd opgericht, twijfelde hij geen moment. Hij stapte meteen in.
Hoe weet je waar de eierprijzen liggen?
Met vijf grote pakstations is er eigenlijk geen sprake meer van handel, stelt William. “Het zijn vijf nummers die je kunt bellen. Het voelt misschien als een warm contact, maar bij hen gaat het ook om de euro’s en ben je gewoon een nummer.”
Niet langer in de positie om zelf grootschalig eieren te verhandelen, moest William opnieuw het jaarlijkse belrondje langs de pakstations doen. “Natuurlijk doe ik veel liever de handel zelf,” zegt hij eerlijk. “Maar hoe moet ik weten waar de prijzen liggen? Moet ik mijn collega’s gaan bellen? Toen ik nog zelf in de handel zat, had ik daar veel meer feeling bij.”
Die antenne voor de markt herkent hij nu bij Wim Thomassen, verkoopbemiddelaar leg bij UPP. Die staat dagelijks in contact met afnemers en weet wat er speelt. Volgens William is dat precies wat UPP waardevol maakt voor pluimveehouders: als lid moet je erop kunnen rekenen dat je het best haalbare voorstel krijgt.
Nu de markt goed is, is aansluiten makkelijk, ziet William. Maar het collectief kan alleen stabiel prijzen onderhandelen als leden loyaal blijven, ook bij tegenwind.
Als de prijs zakt en boeren gaan zelf bellen, dan zakt de prijs nóg verder. Want dan ruikt de handel paniek.
Daarom pleit hij voor een commitment van drie rondes bij UPP.
Waarom stoppen zoveel boeren in Europa?
Volgens William is er één duidelijke oorzaak: het rendement is structureel te laag om alle noodzakelijke investeringen te kunnen doen. “Tegen de tijd dat je het hebt afbetaald, heb je grijze haren.” De huidige eierprijzen wegen volgens hem simpelweg niet op tegen de kosten die boeren moeten maken om bij te blijven. En daarin verschilt hij niet van zijn collega’s: “Ik zit er niet voor een hobby. Ik doe het voor de euro’s. Als ik geen geld meer verdien, stop ik ermee.”
Hij wil een hoger rendement voor pluimveehouders en ziet een sterke, grote UPP aan de onderhandelingstafel als de weg daar naartoe. Een partij die zó groot is, dat ze de prijs kan meebepalen. Maar dat lukt alleen als meer pluimveehouders zich aansluiten en loyaal blijven, ook in slechtere tijden.
Tekst: Marloes ten Oever
Beeld: Ellen Meinen
