Wiersma: 'Aanmerkelijk effect LBV-regeling op sectorplafonds varkens en pluimvee'

Op basis van de huidige cijfers is de verwachting dat alle sectoren samen dit jaar 140,6 miljoen kilogram fosfaat produceren. Dat is 5,6 miljoen kilo boven het nationaal plafond. Naast een overschrijding van het sectorale melkveeplafond met 2 miljoen kilogram fosfaat draagt met name de varkenssector met een overschrijding van 2,4 miljoen kilogram fosfaat van het sectorale plafond bij aan de overschrijding van het nationale fosfaatplafond.
De pluimveehouderij zit volgens de CBS-cijfers op 20,4 miljoen kilogram fosfaat, terwijl het sectorplafond op 20,3 miljoen kilogram ligt. Het CBS verwacht op dit moment dat de fosfaatexcretie van de Nederlandse veestapel in 2025 4,17 procent boven het nationale plafond uitkomt bij de huidige omvang van de veestapel.
Stikstofplafond
Hoewel alle sectoren samen onder het nationale stikstofplafond blijven, bedraagt de verwachte stikstofproductie 428,1 miljoen kilogram stikstof. Het nationale stikstofplafond is vastgesteld op 440 miljoen kilogram stikstof. Is het ook hier de varkenshouderij die zorgt voor de grootste overschrijding van het sectorale plafond. Dit plafond is vastgesteld op 70,3 miljoen kilogram fosfaat.
Op basis van de huidige dieraantallen verwacht het CBS een totale stikstofproductie in de varkenshouderij van 75,1 miljoen kilogram, een overschrijding van 4,8 miljoen kilogram stikstof. In het eerste kwartaal ging het CBS nog uit van een overschrijding van 9,8 miljoen kilogram stikstof in de varkenshouderij. Wat betreft de pluimveehouderij, deze sector zit met 48,1 ruim 300.000 kilogram onder het sectorplafond van 48,4 miljoen kilogram. Op basis van de cijfers van 1 juli becijferde het CBS wederom dat de melkveehouderij 252,8 miljoen kilo stikstof zal produceren in 2025, 15 miljoen kilo minder dan het sectorplafond toelaat
Lees verder onder de tabel.
Fosfaat | Stikstof | ||||||
Plafond 2025 | 1e kwartaal | 2e kwartaal | Plafond 20251e kwartaal | 1e kwartaal | 2e kwartaal | ||
Nationaal | 135 | 142,7 | 140,6 | 440 | 433,7 | 428,1 | |
Melkvee | 71,8 | 73,6 | 73,8 | 267,8 | 252,8 | 252,8 | |
Varkens | 27,8 | 32,3 | 30,2 | 70,3 | 80,1 | 75,1 | |
Pluimvee | 20,3 | 20,7 | 20,4 | 48,4 | 48,5 | 48,1 | |
Overig | 15,1 | 16,1 | 16,1 | 53,5 | 52,4 | 52,1 |
Aanmerkelijk effect
Wiersma laat in de brief weten dat de onzekerheid in de prognose van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) relatief groot is. Het CBS baseert zich voor de omvang van de melkveestapel op I&R-gegevens aan het van het einde tweede kwartaal 2025 en voor de andere landbouwhuisdieren op de landbouwtelling van vorig jaar. Dit betekent dat het effect van deelname aan de LBV en LBV-plus slechts ten dele in deze cijfers is meegenomen. De landbouwminister verwacht hier echter een aanmerkelijk effect van, in het bijzonder voor de sectoren varkens en pluimvee, schrijft zij in de Kamerbrief. De definitieve cijfers over de mestproductie in 2025 volgen in juni 2026.
Afroming niet noodzakelijk
Het aanmerkelijk effect van de stoppersregelingen is voor de varkens- en pluimveesector aanleiding om bij Wiersma te pleiten voor een forse herziening van het afromingspercentage. De verwachting is immers dat pluimveesector eenvoudig onder het plafond uitkomt en dat de varkenssector ook onder het plafond uitkomt. Afroming van 13 procent voor pluimvee en 22 procent voor varkens is daarmee niet noodzakelijk meer en overkill, beredeneren de bestuurders van beide sectoren. In haar Kamerbrief reageert Wiersma vooralsnog niet op het pleidooi.

Tekst: Hermien van der Aa
Woont en werkt op een melkveebedrijf in Hernen met als neventakken educatie en zorglandbouw. Sinds 2020 parttime redacteur melkvee bij Agrio, waar ze hoofdzakelijk schrijft voor de website melkvee.nl, het vakblad Melkvee en de regiobladen
Beeld: Ellen Meinen
Bron: Tweede Kamer