Na PVV ook NSC weg - wat kan het kabinet-Schoof nog bereiken?

De machtsbasis van het kabinet Schoof-1 is sinds afgelopen vrijdag nog smaller geworden - eigenlijk is die vrijwel verdwenen. Waar het kabinet bij aanvang een comfortabele meerderheid van 88 zetels had, is dat na het opstappen van de PVV en nu de NSC geslonken naar 32 van de 150 zetels. De twee overgebleven partijen staan beide op verlies in de peilingen, en dus zou die basis na de verkiezingen van 29 oktober onder de dertig zetels uit zou kunnen komen. En omdat kabinetsformaties tegenwoordig lang duren - de laatste duurde ruim zeven maanden - zou het huidige kabinet ook na oktober nog lang demissionair door moeten regeren.
Het kabinet heeft daarmee slagkracht verloren, voor zover ze die nog hadden. De overgebleven ministers zullen bij hun coalitiepartners niet voldoende steun voor hun beleid kunnen vinden. Ze zullen elke keer weer akkoorden moeten sluiten met de oppositie om plannen te verwezenlijken. Het wordt een periode van bergop regeren, met tegenwind.
Gelegenheidsgroepje
Aan de andere kant is de vraag of die tegenwind groter wordt dan ze al was. De regering was al demissionair en kon dus al niet veel nieuw beleid opzetten - alhoewel minister Wiersma daar wel ruimte voor had gekregen van de Tweede Kamer. En daarnaast is de coalitie van begin af aan niet echt een eenheid geweest, maar eerder een gelegenheidsgroepje van vier partijen die elk hun eigen kant op wilden gaan en elkaar weinig gunden. Dat gebrek aan samenwerking – de onwil van BBB en VVD om minister Veldkamp uit de brand te helpen toen hem afgelopen vrijdag een motie van wantrouwen te wachten stond - was uiteindelijk de reden voor NSC om uit de regering te stappen.
Dat gebrek aan steun ervoer minister Wiersma ook bij haar plannen. De grootste tegenwerking kreeg ze misschien wel niet zozeer van de oppositie, maar van coalitiepartijen VVD en NSC. Het opstappen van die laatste partij helpt haar nu misschien een beetje, maar binnen de ministerraad heeft ze nog wel met de VVD van doen, en in de Tweede Kamer is NSC nog op bijna volle sterkte aanwezig. En nu is die partij helemaal niet meer gebonden aan een regeerakkoord.
Europa
Dat de basis van het kabinet smaller en smaller wordt is ook in het buitenland te zien. Bij de val van het kabinet leverde Nederland al aan aanzien in, en na afgelopen weekend zal dat nog meer het geval zijn. De Europese Commissie en de ministers van de andere lidstaten, waar Nederland zaken mee moet doen, zijn zich ervan bewust dat de Nederlandse ministers aan statuur, aan gewicht verloren hebben. Het maakt het voor Nederland moeilijk om gewicht in de schaal te leggen bij belangrijke opgaven die het kabinet in Brussel wil regelen. Denk bijvoorbeeld aan het terugkrijgen van de derogatie, maar ook aan de onderhandelingen over het nieuwe GLB, die pas geleden gestart zijn.
Twee hobbels
In de nabije toekomst zal minister Wiersma met twee hobbels te maken krijgen. Daarbij zal te zien zijn of zij in staat is om, als onderdeel van een minderheidsregering, voldoende Kamerleden mee te krijgen met haar beleid.
De eerste test zijn de plannen waarmee de regering Nederland uit de stikstofcrisis wil krijgen. Die zouden begin september, nog voor Prinsjesdag, bekend worden gemaakt. Eerder had een eerste schets op hoofdlijnen van die plannen al veel kritiek gekregen; het zal spannend worden of de uitgewerkte plannen dan wel op steun van een meerderheid van de Kamer kunnen rekenen.
De tweede test komt snel daarna. Op Prinsjesdag zal de regering de plannen voor het komend jaar presenteren. Omdat die regering demissionair is, zal daar niet veel beleid in zitten, maar juist op landbouwgebied is er weinig controversieel verklaard. Minister Wiersma mocht op allerlei terreinen, van mest tot natuur, nieuw beleid ontwikkelen, maar onomkeerbare stappen kan ze niet nemen zonder steun van de Kamer.