Stichting Stikstofclaim roept Tweede Kamer op tegen wet Wiersma te stemmen: ‘Duwt PAS-melders de afgrond in’

SSC, zoals de afkorting van de stichting luidt, roept Tweede Kamerleden op om tegen het wetsvoorstel van Wiersma te stemmen. Met het nieuwe wetsvoorstel wil de BBB-bewindsvrouw PAS-melders juist helpen en handhaving bij PAS-melders voorkomen. De PAS-melders zitten zonder geledigde vergunning voor stikstofuitstoot, omdat overheidsbeleid in 2019 onderuit werd gehaald door de hoogste bestuursrechter. Een melding maken van een beetje extra stikstofuitstoot zonder nieuwe natuurvergunning bleek niet voldoende, terwijl de Rijksoverheid daar lange tijd wel mee akkoord ging.
Het zorgt voor lastige situaties, onder meer bij veehouders. Banken zien de bedrijven bijvoorbeeld als een risico als er financiering nodig is voor bijvoorbeeld innovatie. Bedrijfsovernames zijn lastig, want het bedrijf heeft geen geldige vergunning. En zo zijn er meer voorbeelden te bedenken. MOB legt bijvoorbeeld handhavingsverzoeken neer bij provincies, die met moeite kunnen worden gepareerd na een juridische strijd. De aanpak van Wiersma waar de Tweede Kamer nog over moet stemmen om tot een oplossing te komen schiet echter tekort volgens SSC. ‘Het huidige wetsvoorstel duwt PAS-melders de afgrond in’, schrijft het bestuur van SSC in de brief.
Legaliseren wordt oplossen
SSC heeft vier bezwaren. Het eerste bezwaar gaat over het voorstel van Wiersma om het woord ‘legalisering’ te vervangen door ‘het bieden van een oplossing voor projecten’. SSC schrijft: ‘Uit de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel blijkt dat (een combinatie van) aanpassingen in bedrijfsvoering, schadevergoeding, extensiveren, reduceren, innoveren of omschakelen als ‘oplossing’ worden gezien. Maar zoals in de memorie van toelichting ook wordt erkend, zal dit niet voor alle PAS-melders een optie zijn omdat zij geen (voldoende grote) referentiesituatie voor stikstof hebben. Voor hen zou de enige ‘oplossing’ (gedeeltelijke) beëindiging zijn. Dat is geen oplossing te noemen. PAS-melders worden daarmee aan hun lot overgelaten. Dit staat haaks op het uitgangspunt uit de voormalige Wet natuurbescherming en de huidige Omgevingswet, waarin juist wordt beoogd om PAS-melders te legaliseren middels een vergunning.’
Het tweede bezwaar van SSC is dat de verantwoordelijkheid om de PAS-wetgeving te repareren bij de PAS-melder wordt neergelegd en niet meer bij de dienstdoende minister. Dat stelt SSC op basis van de nieuwe wettekst die wordt voorgelegd aan de Tweede Kamer. SSC: ‘De PAS-melder wordt zelf verantwoordelijk om met zijn of haar zaakbegeleider naar oplossingen te zoeken. Oplossingen die er veelal niet zijn. Hiermee probeert de minister onder de huidige verantwoordelijkheid van wettelijk verplichte legalisering uit te komen. Vluchtgedrag en de ellende volledig bij de PAS-melder op het bordje te schuiven.’
Handhavingsverzoeken
Het derde bezwaar is de verlenging van de termijn dat een oplossing/legalisering zou moeten zijn gerealiseerd. SSC: ‘Deze termijn wordt drie jaar opgeschoven. Het argument is dat dan de provincies handhavingsverzoeken zouden kunnen afwijzen. Diverse juridische adviezen trekken dit argument in twijfel. Bij zicht op legalisatie kan een provincie een handhavingsverzoek afwijzen. Echter, inmiddels is er in drie jaar tijd een zeer gering aantal PAS-melders gelegaliseerd. Binnen het huidige werktempo en door de minister bijster weinig gerealiseerde voorstellen ziet het er niet naar uit dat er een tsunami van legalisaties aan zit te komen. Handhavingsverzoeken krijgen juist meer kans om bij de rechter instemming te verkrijgen. De termijn met nog eens drie jaar verlengen is een klap in het gezicht van de PAS-melders die steeds vaker met angst en beven de post uit de brievenbus halen.’
Het laatste bezwaar van SSC is dat Wiersma twee andere opties in haar wet buiten beschouwing laat. ‘Het instellen van een rekenkundige ondergrens; er is niet gebleken dat de minister de rekenkundige ondergrens al in een lopende procedure heeft ingebracht om daarover een uitspraak van de Raad van State te krijgen. En het aanpassen van het niveau van de droge depositie in Aerius (het stikstofrekenmodel op basis waarvan vergunningen worden afgeven, red). Voor beide kan de minister het Rivm de opdracht geven om te implementeren in Aerius.’