Column: Ferme opstelling van het CDA gevraagd

Nederland koos twee jaar geleden voor vernieuwing van de politiek en een rechtse koers. Met drie partijen in een kabinet die nog nooit geregeerd hadden, was dat een grote gok. Vorige week stemde Nederland eigenlijk nog rechtser. Maar dit keer lijkt dat niet in het voordeel te zijn van de landbouwsector. Al moeten we afwachten welke coalitie er straks op het bordes staat.
Het brede midden
Op basis van de uitslag en politieke wensen is het meest waarschijnlijke scenario een coalitie van D66, VVD, GroenLinks-PvdA en CDA. D66 ziet de landbouw nog steeds als een sector die een stuk minder intensief moet worden. Landbouwwoordvoerder Anne-Marijke Podt denkt de Nederlandse economie een dienst te bewijzen door te benadrukken dat stoppen ook bij ondernemerschap hoort. GroenLinks-PvdA is nog groener. En de VVD zag de afgelopen jaren de landbouwsector als wisselgeld: minder landbouw maakt het makkelijker om steden te bouwen en andere sectoren meer ruimte te geven. Als ik me beperk tot het stikstofdossier, dan is de constatering dat het huidige demissionaire kabinet en Rutte IV het juridische stikstofprobleem nog niet wisten op te lossen. Onder druk en inzet van de BBB wordt daar wel hard aan gewerkt.
Het valt vooral de VVD te verwijten dat daar geen tempo is gemaakt, want de BBB-bewindslieden in het kabinet wilden wel. Neem de invoering van een rekenkundige ondergrens. Die is er nog steeds niet. En ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat de VVD hoopt dat die er helemaal niet komt. De afspraak tussen BBB en VVD is om die in januari in te voeren. Met een snelle kabinetsformatie kan die prima op de plank blijven liggen. Maar de verkiezingsuitslag laat zien dat die snelle formatie er waarschijnlijk niet in zit. Ik duim met de PAS-melders en andere bedrijven die in het ongewisse zitten mee dat de rekenkundige ondergrens het haalt.
Meester en Prins
Gelukkig wordt inmiddels breed erkend in Den Haag dat de huidige stikstofwet en stikstof in de vergunningverlening het land onterecht op slot houdt. Ook nieuwe rapporten, zoals van Henri Prins van Stichting Landbouw en Natuur en statisticus Ronald Meester, maken dat extra duidelijk. Prins verzamelde ruim duizend bodemmonsters van de Veluwe en toont daarmee aan dat driekwart van de Veluwe geen probleem heeft met stikstofdepositie of verzuring. In opdracht van demissionair staatssecretaris Jean Rummenie van BBB haalde Meester het stikstofbeleid op basis van Aerius en KDW’s finaal onderuit. Het is natuurlijk afwachten wat hiermee gebeurt, maar Rummenie is vastbesloten om tot nieuwe wetgeving te komen.
Hij stelde deze week in een podcast dat de ambtelijke top van zijn ministerie diezelfde mening heeft. Er moet naar alle drukfactoren van de natuur worden gekeken. Hij gaat er straks alleen niet meer over. Dus het is even afwachten of stikstof overeind blijft in de vergunningverlening. Als ik een zijpaadje mag inslaan: Rummenie vertelde in de podcast dat Meester in eerste instantie de top van de Ecologische Autoriteit niet te spreken kreeg. Dat gebeurde pas nadat Rummenie ingreep. Dat is wel een teken aan de wand en geeft aan dat een echte omslag in denken rond stikstof nog niet overal is geland.
Ferme opstelling
Terug naar de kabinetsformatie. In een middencoalitie lijkt de sleutel voor de landbouw bij het CDA te liggen. Het CDA nam het stikstofplan van LTO, NAJK, de provincies, gemeenten en waterschappen over in haar verkiezingsprogramma. Daarin staat het doel om in 2035 42 tot 46 procent minder stikstof uit te stoten ten opzichte van 2019. LTO-voorzitter Ger Koopmans benadrukt dat de landbouwsector dat kan halen, mits ze daarvoor de gelegenheid krijgt. Het CDA kan dat in een formatie afdwingen. In dat plan staat dat stikstof dan uit de vergunningverlening gaat en de KDW uit de wet. Volgens Koopmans, zelf CDA’er, trekt die combinatie van minder emissie en aanpassing van de wet het stikstofdossier vlot. Het CDA zal zich dan wel ferm moeten opstellen tijdens de onderhandelingen, want op voorhand lijkt het drie tegen één.

