Lelystad laboratorium opgeschaald naar crisisfase, vogelgriepgolf eerder dan verwacht

In september was nog geen van de monsters positief van het zogenaamde passive surveillance program, waarbij WBVR samen met het Dutch Wildlife Health Center (DWHC) monsters onderzoekt van dode wilde vogels die vrijwilligers hebben ingestuurd. Van de dieren die in oktober zijn onderzocht, bleek al meer dan de helft besmet. Daarmee steekt vogelgriep iets eerder in het seizoen de kop op dan in voorgaande jaren.
Extra grote voorraad testkits
Volgens Monika Ballmann schieten sinds 10 oktober de besmettingen omhoog en zijn er momenteel vrijwel dagelijks nieuwe verdenkingen van vogelgriep-uitbraken. Omdat de aanvoer van te onderzoeken monsters naar verwachting nog verder toeneemt, is WBVR inmiddels overgeschakeld op de crisisfase. Dat betekent dat er een extra grote voorraad testkits en -materialen wordt aangehouden, dat voor alle kritische functies een vervanger wordt aangewezen en dat er voor de 24/7 beschikbaarheidsdienst binnenkort waarschijnlijk wordt overgeschakeld op een dagrooster.
Minimaal vijf dode vogels
Bij een verdenking van een meldingsplichtige ziekte neemt de NVWA een officieel ambtelijk monster af, dat in Lelystad wordt getest. Bij commerciële pluimveebedrijven betreft de bemonstering twintig vogels die ziek zijn, plus minimaal vijf dode vogels. Van elke vogel wordt volgens Ballmann zowel een keelswab als een cloacaswab afgenomen en deze worden snel getest. Parallel wordt een onafhankelijke confirmatierun uitgevoerd.
3-kilometergebied
Bij een positieve uitslag is de kous dan nog niet af, maar moeten ook de pluimveebedrijven in de omgeving bemonsterd worden in het 3-kilometergebied. „In sommige regio’s, zoals de Gelderse Vallei, gaat het wel om zo’n twintig bedrijven”, vertelt het hoofd Nationaal Referentielaboratorium Aviaire Influenza. „Daarom hebben we een apart team dat de screening van commerciële pluimveebedrijven uitvoert, ook in het weekend. Niemand houdt het vol om naast z’n reguliere werk zulke nooddiensten te draaien.”
Bij de maandagavond bekendgemaakte vogelgriepbesmetting bij een vermeerderingsbedrijf in Bennekom, niet ver van de campus, is bijvoorbeeld sprake van zo’n groot aantal te bemonsteren pluimveehouderijen. Volgens berichtgeving van de NVWA bevinden zich zestien pluimveebedrijven in de 3-kilometerzone, schrijft Resource.
Afwijkend
Naast het feit dat het virus eerder in het seizoen de kop opsteekt, zijn er nog meer dingen anders dan bij voorgaande vogelgriepgolven. Zo zijn er geen vastomlijnde virusbrandhaarden, maar komen de besmette dieren uit heel Nederland. Ook is vooralsnog geen sprake van massasterfte onder bepaalde vogelsoorten – in Nederland althans, op de bekende Duitse en Franse pleisterplekken van de kraanvogeltrek worden wel duizenden dode vogels gerapporteerd. Verder zijn tot nu toe geen besmettingen gemeld van (zoog)dieren, zoals vossen en steenmarters. Ballman: „We hebben echter nog nooit gezien dat zo veel ogenschijnlijk gezonde, wilde vogels toch besmet waren met vogelgriep.”
Veel eenden positief
En er is nog iets. „Onder de monsters van levende wilde vogels die het Erasmus MC heeft getest, bleken de laatste tijd opvallend veel wilde eenden positief”, stelt Ballmann. „We hebben nog nooit gezien dat zo veel ogenschijnlijk gezonde, wilde vogels toch besmet waren met vogelgriep. Mogelijk speelt deze soort een belangrijke rol bij de verspreiding van het virus. En mogelijk geldt dat ook voor andere eendachtigen, zoals de smient. Komend weekend gaan we daar weer een aantal van bemonsteren; in mijn vrije tijd ben ik actief als vogelringer. De vorige keer waren alle smienten negatief. Ik ben heel benieuwd wat we nu aantreffen”, aldus Ballmann op Resource-online.nl
Tekst: Redactie Pluimveeweb
Beeld: WBVR
Bron: Resource WUR
