Voor het eerst jonge katjes omgekomen door vogelgriep in ons land

Het gaat om een nest jonge katten dat geboren is op een boerderij met melkgeiten. Zeven kittens waren inmiddels naar nieuwe baasjes, toen de eigenaar het enige overgebleven jong dood aantrof. Onderzoek door Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) toonde aan dat de jonge kat was bezweken aan de H5N1-variant van het vogelgriepvirus. Ook de andere dieren uit het nest zijn dood, schrijft Wiersma in de Kamerbrief, waarschijnlijk ook door besmetting met het virus.
Een specialistenteam van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) is op 20 november naar het geitenbedrijf gegaan en heeft daar de drie aanwezige katten, waaronder de moeder van de kitten, onderzocht. De melkgeiten zijn hier ook in meegenomen. Bij dit onderzoek is geen vogelgriep aangetoond.
Hoe de kittens besmet zijn geraakt met het vogelgriepvirus is niet zeker. De eigenaar gaf aan dat het moederdier op 27 oktober een karkas van een wilde vogel had gevonden en mee had genomen naar het nest. Het vermoeden is dat deze vogel besmet was en de kittens besmet zijn geraakt door het eten van de vogel.
Eigenaren klachtenvrij
De NVWA heeft de lokale GGD geïnformeerd over de situatie en zij hebben contact gehad met alle nieuwe eigenaren van de kittens. Daar waar dat gezien de incubatietijd nog nuttig was, hebben de eigenaren een test op vogelgriep aangeboden gekregen. Bij een aantal van hen is actieve monitoring ingezet. Tot nu toe heeft geen van de betrokkenen klachten ontwikkeld.
Het vaststellen van vogelgriep bij kittens past binnen het bestaande beeld dat het virus bij zoogdieren kan voorkomen. Dit is de eerste keer dat bij de NVWA een melding is binnengekomen van een huiskat die positief testte op hoogpathogene vogelgriep. De kans dat een kat of andere zoogdieren besmet raken is klein.
Desondanks is het van belang dat katteneigenaren alert blijven. Wanneer een kat ziekteverschijnselen vertoont die passen bij vogelgriep, nadat het dier mogelijk in contact is geweest met een besmette vogel, wordt geadviseerd direct een dierenarts te raadplegen en passende hygiënemaatregelen te nemen. Mogelijke symptomen zijn onder andere koorts, hijgen of benauwdheid, sloomheid, oogontsteking, loopneus, roodheid van de ogen, slijmerige neus- of ooguitvloeiing en neurologische verschijnselen zoals trillen of een wankele gang.
25 procent wilde eenden besmet
Het risico op besmetting is volgens de expertgroep van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu nog steeds zeer laag voor de algemene Nederlandse bevolking. Wel schatten de experts het risico voor mensen die door hun werk met besmette dieren in aanraking komen nu in als gemiddeld. Dit risico was eerder laag-gemiddeld. Door het hoge aantal besmettingen bij wilde vogels en bij pluimveehouderijen, is de kans op blootstelling voor mensen die door hun werk met (mogelijk) besmette dieren in aanraking komen nu hoger dan eerder.
Momenteel is circa 25 procent van de onderzochte levende wilde eenden besmet met vogelgriep. De minister adviseert daarom personen die beroepsmatig in aanraking komen met deze dieren, zoals kooikers, jagers of poeliers, persoonlijke beschermingsmiddelen te dragen bij het vangen, de jacht of de slacht. Bij het eten van voldoende verhit eendenvlees is het risico voor consumenten verwaarloosbaar.
Ook mensen die vanuit hun (vrijwilligers)werk in contact komen met mogelijk besmette wilde vogels lopen een verhoogd risico. Ook zij zijn op de hoogte gesteld van het toegenomen risico en het belang van het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen. Voor alle personen die mogelijk in contact zijn geweest met besmette (wilde) vogels geldt dat ze binnen tien dagen contact op moeten nemen met de huisarts. Die kan vervolgens een verdenking melden bij de GGD.
Strengere meldplicht voor eendenbedrijven
Voor eendenbedrijven geldt een strengere meldplicht. Al bij vroege symptomen, zoals verminderde voedselopname, moet een mogelijke verdenking worden gemeld. In de praktijk zijn hierdoor in eerdere vogelgriepseizoenen uitbraken bij eendenhouderijen snel gedetecteerd. Hierdoor is het risico voor personen werkzaam op eendenhouderijen niet hoger dan op andere pluimveehouderijen.
Minister Wiersma had het bezoekverbod voor pluimveebedrijven al aangescherpt op 26 november. Bezoek is alleen toegestaan indien dit noodzakelijk is voor de volksgezondheid, diergezondheid, het dierenwelzijn of de gezondheid van in de stal aanwezige personen. Daarnaast zal ze op korte termijn het tentoonstellingsverbod uitbreiden naar een verbod voor alle vogels en dus niet alleen voor risicovogels.

