EFSA: risico op introductie vogelgriep vanuit Amerikaanse melkveehouderij zeer klein, waakzaamheid blijft nodig

Op verzoek van de Europese Commissie onderzocht EFSA specifiek het risico op besmetting van Europees melkvee en pluimvee met het H5N1-genotype dat in de VS bij melkkoeien is vastgesteld. Daarnaast beschreef de autoriteit mogelijke maatregelen om introductie en verdere verspreiding van het virus te voorkomen.
Volgens EFSA kunnen preventieve acties bestaan uit gerichte handelsbeperkingen voor producten uit getroffen regio’s en het grondig reinigen en ontsmetten van melkapparatuur. Mocht zich toch een uitbraak voordoen, dan is een gecoördineerde aanpak in zowel de pluimvee- als de melkveesector noodzakelijk om de gevolgen te beperken.
Veeverplaatsingen in risicogebieden beperken
Om verspreiding tegen te gaan adviseert EFSA onder meer het beperken van veeverplaatsingen in risicogebieden, het vermijden van uitwisseling van personeel, voertuigen en materiaal tussen bedrijven en het strikt naleven van bioveiligheidsmaatregelen. Deze maatregelen dragen ook bij aan de beheersing van andere HPAI-varianten die al in Europa voorkomen.
Daarnaast beoordeelde EFSA het risico op overdracht via voedsel. De belangrijkste potentiële blootstellingsroute voor consumenten zou het gebruik van rauwe melk, rauwe biest of rauwe room zijn. De experts benadrukken echter dat hittebehandeling, zoals pasteurisatie, zeer effectief is in het inactiveren van het virus in melk en zuivelproducten. Tot op heden zijn er geen meldingen van voedselgerelateerde infecties bij mensen met dit specifieke virusgenotype.
Verspreidingsroute virus
Het nieuwe EFSA-advies volgt op een wetenschappelijk rapport dat in juli 2025 werd gepubliceerd, waarin de situatie in de Verenigde Staten en mogelijke verspreidingsroutes van het virus uitgebreid zijn geanalyseerd.

