Column: Ruud Zanders: Geen toekomst

Zo zijn er o.a. de minoren Veevoeding en Gewas, Intensieve Veehouderij, (strategisch) Ondernemerschap, Agrologistiek, Eventmanager, Topbedrijfsadviseur, Exportmanager en Internationaal Bedrijfsleiderschap.

Hier word je toch spontaan blij van? Allemaal jonge mensen die zulke dingen leren tijdens hun opleiding. Ik wist het tot een jaar geleden niet. En in mijn beleving is er in de pluimveesector nagenoeg geen kip die hier weet van heeft. Dus heel enthousiast ging ik naar de codinatoren van deze minoren om mij hier nog beter over te laten bijpraten. Ik vertelde ze over de bedrijven (zowel primair als periferie) die we hebben en de mogelijkheden die de pluimveesector heeft. En daar werden de codinatoren weer blij van. Maar er was n probleem, zeiden ze eigenlijk allemaal: We hebben bij deze minoren nagenoeg geen studenten die iets met pluimvee willen.

Oeps, deksel op de neus. Hoe was dat ook alweer? Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst? Maar wie geen jeugd heeft dan?

Van 5 naar 10 studenten

Gelukkig loopt het aantal studenten in Intensief iets op. De instroom lijkt te verdubbelen. Ook bij de minor Intensief gaan we van 5 studenten in dit schooljaar naar 10 in het volgende schooljaar. Maar bij die andere minoren heeft de pluimveesector evengoed een groot belang. En gelukkig denken we niet in problemen, maar in oplossingen. Waar ligt dat dan aan dat in andere minoren zo weinig gedaan wordt met pluimvee? Naar mijn mening laten wij als sector de studenten veel te weinig (tot helemaal niet) zien hoe mooi de pluimveesector is. En daar moeten we mee beginnen. Al in het eerste jaar van de studie. En laat ik daar meteen duidelijk over zijn: dat kunnen wij binnen het lectoraat niet alleen!

Bij deze dan ook een oproep aan de hele pluimveesector. Help mee om studenten al in het begin van hun studie te interesseren voor onze mooie sector. Dit kan door middel van het verstrekken van kleine opdrachten, het geven van gastlessen, het organiseren van excursies of andere dingen die we samen kunnen verzinnen.

Want wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. Wie investeert in de jeugd, investeert in de toekomst. En wie geen jeugd heeft, die