Van Dam: geen maximale reistijd slachtkippen
Dat schrijft Van Dam in in een Kamerbriefna vragenvan Partij voor de Dieren, Partij van de Arbeid en de SPover het transport en de omgang met uitgelegde hennen. De aanleiding was eenrapport van Eyes on Animals en Dierenbeschermingover de behandeling van uitgelegde leghennen. Daarin schreven de organisaties dat er veel dierenleed is bij het vangen en transport van uitgelegde hennen naar de slachterij.
Voor het transport van pluimvee geldt geen wettelijke maximale reistijd, schrijft Van Dam. Indien de reistijd korter is dan 12 uur zijn geen drinkwatervoorzieningen voorgeschreven. Voor transporten van pluimvee langer dan 12 uur gelden aanvullende voorwaarden. Die eruit bestaan eruit dat pluimvee na maximaal 12 uur water en na maximaal 24 uur voedsel krijgt. Er zijn slachthuizen in Polen die in 12 uur te bereiken zijn vanuit Nederland. Ik kan dit transport mede daarom niet eenzijdig verbieden.
Extra NVWA controles
De NVWA stelde volgens het rapport van Eyes on Animals en Dierenbescherming vast dat 16 procent van 132 inspecties onder pluimveetransporten in het afgelopen jaar niet voldeed aan de welzijnsregels. Van Dam vindt dit aantal overtredingen te hoog. De NVWA voert daarom in 2015 al extra gerichte controles uit bij het vangen en vervoeren van pluimvee.
Naast de extra controles die reeds gepland waren in 2015 ben is Van Dam op dit moment niet bereid om meer controles te laten uitvoeren door de NVWA. Het is volgens de staatssecretaris niet mogelijk om tijdens alle vangacties toezicht te houden. De controles op het vangen zijn onaangekondigde fysieke controles.
Met sector in gesprek
Van Dam zegt verder dat de pluimveehouderij initiatieven heeft genomen om de vangmethoden en vervoersomstandigheden te verbeteren. Het gaat om voorlichting, een meldpunt voor het melden van misstanden en aanpassing van de kratten.
De staatsecretaris wil het gesprek met de sector aangaan om te zien op welke punten nog verbeteringen kunnen worden gerealiseerd. Hierbij denkt hij bijvoorbeeld aan het zoveel mogelijk voorkomen van langdurig transport.
