Verzamelen ervaringen (on)behandelde snavels start in september
Het verzamelen van deze gegevens is vereenvoudigd omdat pluimveehouders het te veel werk vonden om mee te doen aan deze zogenoemde brede praktijkmonitoing. Naast uitval worden een beperkt aantal bedrijfs- en koppelspecifieke gegevens verzameld, zodat de monitoring eenvoudig blijft en aan de keukentafel ingevuld kan worden
De Stuurgroep Ingrepen Pluimvee heeft deze week groen licht gegeven voor een vereenvoudigde opzet. De belangrijkste aanpassing is dat de focus wordt gelegd op het verzamelen van uitvalcijfers over de periode 1 januari 2015 tot 1 juni 2017 van zowel behandelde als niet behandelde koppels leghennen en vleeskuikenouderdieren.
3.000 stalkoppels
Het streven is 80 tot 100 procent van de koppels in deze periode te monitoren. Hierdoor ontstaat een bestand van circa 3.000 stalkoppels. De gegevens worden verzameld aan het einde van elke ronde. Vervolgens worden de gegevens, die anoniem blijven, geanalyseerd door Wageningen UR.
Volgens de stuurgroep ingrepen Pluimvee is het voor de pluimveesector van groot belang dat er veel ervaringen van pluimveehouders verzameld worden. In 2017 overlegt de sector met het ministerie van Economische Zaken of het mogelijk en verantwoord is om snavels vanaf 1 september 2018 niet meer te behandelen. Om goed beslagen ten ijs te komen, moeten er volgens de stuurgroep zoveel mogelijk ervaringen van pluimveehouders verzameld worden zodat een verstandige beslissing genomen kan worden.
