Kort geding vanwege ophokplicht
Op maandag 10 april 2017 om 13:30 uur vindt bij de rechtbank Den Haag de mondelinge behandeling plaats van het kort geding dat 48 pluimveehouders van vrije-uitloopkippen zijn gestart tegen de Staat der Nederlanden. Een kort geding vanwege de door de staatssecretaris van Economische Zaken per 9 november 2016 ingestelde landelijke en omstreden ophok- en afschermplicht voor commercieel gehouden pluimvee in Nederland. De ophokplicht werd ingesteld ter voorkoming van verspreiding van vogelgriep.
Ophokverplichting
Uit Europese regelgeving volgt dat vrije-uitloopkippen maximaal 12 weken aaneengesloten binnen mogen zitten. Is dat langer, dan verliezen de eieren hun vrije-uitloopstatus en moeten zij worden verkocht als scharreleieren. De huidige landelijke ophok- en afschermplicht is ingesteld op 9 november 2016. De twaalfwekentermijn is daarmee - voor de meeste pluimveehouders - verstreken op 2 februari 2017. Dat betekent een forse verliespost voor de betreffende pluimveehouders van vrije-uitloopkippen.
Pluimveehouders worden ermee geconfronteerd dat de Nederlandse overheid strak vasthoudt aan de ophokplicht terwijl in de ons omringende landen op basis van de zelfde veterinaire situatie andere keuzes door de overheden worden gemaakt. Ondanks dat de vogelgriep zich niet laat weerhouden door landsgrenzen hebben Duitsland, Oostenrijk, Engeland en Frankrijk de landelijke ophokplicht opgeheven. In de berichtgeving die door het ministerie wordt uitgevaardigd worden weliswaar nieuwe uitbraken van vogelgriep benadrukt, echter over (de opheffing van) de ophokplicht in de betreffende landen wordt gezwegen.
Procedure noodzakelijk
Het uitblijven van duidelijke richtlijnen met betrekking tot het instellen, continueren en opheffen van de ophokplicht, alsmede de forse financie schade die de pluimveehouders hierdoor lijden, hebben ertoe geleid dat de vrije-uitloophouders zich genoodzaakt voelen een procedure te voeren.
Advocaten Jack Linssen en Joyce Vogels-Rooijakkers, werkzaam bij kantoor Linssen Woodrow De Ruijter Advocaten te Tilburg, staan de pluimveehouders in het kort geding bij en trachten duidelijkheid te verkrijgen over de vraag onder welke omstandigheden en/of criteria de beslissingen tot het instellen, continueren en/of opheffen van de ophokplicht worden genomen. Welke belangen worden meegewogen en welk gewicht aan de verschillende belangen wordt toegekend? Daarnaast zal een voorschot op de door pluimveehouders geleden en nog te lijden schade ten gevolge van de ophokplicht worden gevraagd.
Uit bedrijfseconomische overwegingen moeten de gedane investeringen worden terugverdiend. Dit is de eerste keer dat de twaalfwekengrens is overschreden. Vorig jaar is de ophokplicht opgeheven op de dag dat de twaalfwekengrens zou verstrijken. Hiermee is een bepaalde drempel overschreden en is de kans groot dat het in de toekomst vaker zal gebeuren dat deze twaalfwekentermijn wordt overschreden. De pluimveehouders hebben er recht op om dan ook te weten welke criteria van belang zijn, zodat zij het risico voor hun bedrijven bij toekomstige uitbraken kunnen inschatten", aldus advocate Joyce Vogels-Rooijakkers.
