Buizenverwarming bij vleeskuikens Rav-erkend

Dat meldt Hoeve Advies woensdag 12 april op haar website. Het stalsysteem E 5.15 BWL2017.01blinkt uit in eenvoud en onderscheidt zich als bijzonder emissiearm.Waren tot voor kort stalsystemen als E 5.10 (warmteheaters) en E 5.14 (heaters en ventilatoren) met 0,035 kg NH3 gangbaar emissiearm en E 5.11 (warmtewisselaar) met 0,021 kg NH3 zeer emissiearm. De buizenverwarming schiet met een emissie van slechts 0,012 kg NH3 hier flink onderdoor. Ten opzichte van traditionele niet-emissiearme stallen met 0,080 kg NH3 is de emissie bij gebruik van buizenverwarming 85 procent lager.

Met de aanscherping van de maximale emissiewaarde voor ammoniak vanaf 1-1-2020 naar 0,024 kg NH3 zou, als buizenverwarming niet erkend zou zijn, de keuze zich beperken tot stallen met warmtewisselaar of stallen met luchtwassers. Dankzij de initiatiefnemers is er nu een derde optie: de buizenverwarming, licht Wim Hoeve van het gelijknamige adviesbureau toe.

Nadat een aanvankelijke aanvraag voor een afgeleide emissiefactor tot twee keer toe was afgewezen, heeft een aantal vleeskuikenhouders uit Noord Nederland in 2012 het initiatief genomen tot een Rav-aanvraag voor buizenverwarming bij vleeskuikens.

Alle buizenverwarmingsystemen erkend

Rond diezelfde tijd meldde de firma Skov zich bij Hoeve Advies met de vraag of we kans zagen het Spiraflex buizenverwarmingsysteem erkend te krijgen als emissiearme techniek. De krachten zijn gebundeld en Buro Blauw is gevraagd metingen te voeren.

Nadat het meetplan was vastgesteld zijn de metingen in 2013 begonnen. De eerste metingen waren erg gunstig, wat aanleiding was de metingen voort te zetten en in 2014 af te ronden. De officie aanvraag voor een Rav-erkenning en vermelding op de Rav-lijst is in januari 2015 ingediend.

De erkenning bleef aanvankelijk uit omdat in de praktijkstallen met lengteventilatie niet geheel volgens protocol gemeten kon worden. Nadat een gelijkwaardigheidsmeting is uitgevoerd en alsnog veel vragen van de Tac-Rav deskundigen zijn beantwoord, is onder supervisie van RVO de aanvraag in oktober 2016 alsnog goedgekeurd en een stalbeschrijving opgesteld. De erkenning geldt voor alle buizenverwarmingssystemen niet alleen voor het Spiraflex buizenverwarmingsysteem, benadrukt Hoeve. Als ze maar voldoen aan de voorwaarden van de leaflet.

Niet erkend voor fijnstofreductie

Het buizenverwarmingssyteem is nog niet Rav-erkend voor fijnstofreductie. Vleeskuikenhouders moeten nu nog in een andere techniek investeren om aan de fijnstofeisen te voldoen, zegt Hoeve.

We denken er over om metingen te laten doen naar de fijnstofuitstoot. We hebben namelijk sterk de indruk dat de uitstoot van fijnstof erg laag is. Anders dan bij andere systemen, zoals een warmtewisselaar of warmteheaters vindt er met een buizenverwarmingssysteem nauwelijks turbulentie (luchtverplaatsing) plaats in de stal. Er dwarrelt daardoor minder stof. En er wordt minder geventileerd dan in andere stalsystemen. Door deze twee aspecten is de uitstoot van fijnstof volgens ons laag, stelt Hoeve.