Verdachten Chickfriend blijven langer vastzitten

Martin van de B. (31) uit Barneveld en Mathijs IJ. (24) uit Nederhemert worden verdacht van het in gevaar brengen van de volksgezondheid door de leverantie of toepassing van het middel fipronil in stallen met leghennen om bloedluis te bestrijden. Daarnaast worden zij verdacht van het voorhanden hebben van een verboden middel.

Onderzoek
Het Nederlandse onderzoek richt zich op Chickfriend, het bedrijf dat fipronil vermoedelijk toepaste, de Belgische toeleverancier Poultry-Vision en een bedrijf uit Nederland dat vermoedelijk samenwerkte met de Belgische toeleverancier.

De twee bestuurders blijven langer in voorarrest en mogen geen contact hebben met de buitenwereld. Dat betekent dat ze alleen contact mogen hebben met hun advocaten en dat ze inhoudelijk niet op hun rol in het eierschandaal kunnen reageren. De advocaten mogen ook niets inhoudelijks zeggen over de strafzaak.

Volgens Staring, advocaat van Martin van de B., zijn de beperkingen niet nodig en bemoeilijken het maken van een betrouwbare reconstructie over wat er nu precies is gebeurd. De advocaat mag ook geen contact hebben met Mathijs IJ, dat zou het onderzoek kunnen schaden.