Huitema en Schreijer willen actie EU tegen import Oekraïense kip

„Dat is nooit de bedoeling geweest van het handelsakkoord met de Oekraïne”, reageert Huitema.
De export van diepgevroren hele kip vanuit Oekraïne naar de EU is begrensd op 20.000 ton per jaar. Voor kipdelen geldt een quotum van 16.800 ton. Wanneer Oekraïense slachterijen meer kip willen exporteren naar de EU moeten ze daarvoor een importheffing betalen. „Ook moeten Oekraïense bedrijven, die willen exporteren naar de EU voornemens zijn om zich aan de EU-standaarden te houden”, vertelt Huitema.
Maar MHP, het grootste pluimveebedrijf van Oekraïne, maakt handig gebruik van een volledig geliberaliseerde douanetarieflijn voor kippenborst met vleugel en vel. Deze ongebruikelijke versnijdingsvorm wordt door MHP verder verwerkt in Nederland of Slowakije en op die manier opgewaardeerd tot Europese kip.
„De Europese Commissie is in gesprek met Oekraïne in gesprek over dit hiaat in het vrijhandelsverdrag tussen de EU en Oekraïne. Indien nodig stel ik hier opnieuw vragen over aan de Europese Commissie. Elke dag dat het hiaat er is, benadeelt pluimveehouders in de EU.”
Harder optreden
CDA-Europarlementariër Annie Schreijer-Pierik vindt evenals Huitema dat er harder moet worden opgetreden door de Europese Commissie. Ze stelde afgelopen herfst vragen over de omzeiling van de Oekraïense invoerheffingen voor filet aan de Europese Commissie. De antwoorden op haar vragen leiden echter tot niets.
„Het advies van de Oekraïense missie en de Europese Commissie was, dat er een compromis overeengekomen is maar dat hierbij niet gekeken is naar handelsdata, quota en invoerheffingen. Er moet dus kritischer gekeken worden naar zulke feiten. Het wordt dan ook tijd dat oneerlijke handelspraktijken worden aangepakt en er meer bescherming komt voor agrarisch ondernemers in de EU.
Legbatterij-eieren
Ook de leghennenhouders is hiervan de dupe vanwege de import van Oekraïense legbatterij-eieren. „Deze problemen treft de legpluimveehouderij in gehele Unie, maar Nederlandse nog harder vanwege hogere dierenwelzijnseisen en daarmee gepaard gaande productiekosten.”
„In beide gevallen moet er gekeken worden naar bescherming van zowel Nederlandse als Europese hard werkende pluimveehouder. Het mag niet zo zijn dat zij ten onder gaan door het niet tijdig optreden en invoeren van goedkope producten geproduceerd in derde landen”, vindt Schreijer.