Pluimveehouders raken POR-regeling definitief kwijt

Pluimveehouders die ingeloot waren voor de Regeling Ontheffing Productierechten (POR) hoefden bij uitbreiding slechts de helft van de van de benodigde pluimveerechten aan te schaffen. Voor de andere helft kregen ze ontheffing, indien de mest voor honderd procent werd verwerkt en buiten Nederland werd afgezet. 93 pluimvee- en varkenshouders waren hiervoor ingeloot.
In 2017 besloot de overheid de POR-regelingen (uit 2006 en 2015) niet te verlengen. De groep pluimvee- en varkenshouders ging hiertegen in beroep. Maar het CBb verklaart dit beroep dus ongegrond. Dit betekent dat minister Schouten van Landbouw in haar recht staat om de POR-regeling per 1 januari 2018 af te wijzen.
Looptijd was vooraf duidelijk
De verwachting van de pluimvee- en varkenshouders dat de dierrechten zouden verdwijnen en dat zij na afloop van hun ontheffing niet meer over die dierrechten hoefden te beschikken, was niet gerechtvaardigd, oordeelt het CBb. De looptijd en einddatum van de ontheffingen waren vanaf het begin duidelijk.
Wel of niet deel te nemen aan de POR-regeling was een ondernemerskeuze, volgens het CBb. De financiële gevolgen voor de pluimvee- en varkenshouders wegen minder zwaar dan het beheersen en beperken van de mestproductie in Nederland en het behouden van de verkregen derogatie, aldus het CBb. Tegen de uitspraak is geen hoger beroep mogelijk.