'Gigantische inkomensverschillen in leghennen- en vleeskuikensector'

Dat zei Peter van Horne, pluimvee econoom bij Wageningen Universiteit en Research, voorheen het LEI op de Pluimvee Relatiedag van vakblad Pluimveehouderij en LTO/NOP op 3 oktober in Veenendaal. „Het gemiddelde inkomen per arbeidskracht in de vleeskuikenhouderij 2013 -2018 is 110.000 euro, in de leghennenhouderij 75.000 euro. De verschillen zijn te verklaren door verschil in houderijsysteem, contract, in- en verkoopprijzen en productieresultaat. Maar hoe is het mogelijk dat die zo groot zijn?” vraagt van Horne zich af.

Winkelprijzen na fipronil niet gedaald
In Nederland is de vleesconsumptie in 2018 met 500 gram per inwoner gestegen. Dat biedt nog volop kansen voor pluimveevlees en eieren. De vraag naar pluimveevlees en eieren is goed. De exportmarkten zijn vooral Duitsland en Verenigd Koninkrijk. De Nederlandse pluimveehouder heeft geen gelijk speelveld. De concurrentie, Polen met een lage kostprijs en Oekraïne op korte afstand, is groot.

„In de supermarkt zijn de winkelprijzen voor eieren niet meer gedaald na de fipronilcrisis. Dat klopt niet”, ziet van Horne. „Als individuele pluimveehouder kunt u weinig doen aan prijsvorming en het level playing field, maar ondersteun uw belangenbehartigers”, adviseerde hij de aanwezige pluimveehouders. Bijdragen aan het maatschappelijk draagvlak kan elke pluimveehouder.

Samenwerken
Er komt een wet die oneerlijke handelspraktijken verbiedt en ACM onderzoekt de marge voor de schakels in de keten. Als de mededingingswet is aangepast mogen boeren samenwerken om de positie op de markt te versterken. Actueel is volgens Van Horne de prijs voor een 18-daags bebroed ei. Hij geeft een voorbeeld om samen 18 daagse broedeieren in te kopen. „Zet binnen een samenwerkingsverband voorbroedkasten neer en bespaar zo een paar centen op het broedei,” adviseert Van Horne.

Bekijk hier meer informatie over de economische resultaten van de pluimveehouderij.