Bij pasteurella-uitbraak kunnen meerdere bacterietypes een rol spelen

De GD onderzocht zes leghennenbedrijven waar pasteurellose is vastgesteld. Op drie van de zes bedrijven met uitval als gevolg van Pasteurella multocida bleek meer dan één type van de bacterie aanwezig. Op de bedrijven waar meerdere types gevonden zijn, is één type meer voorkomend dan de andere. Op het bedrijf waar gevaccineerd is met een autovaccin van type 1, trad alsnog uitval op door Pasteurella multocida. Er werden in dit geval voornamelijk bacteriën aangetoond van een ander type.

Van Pasteurella multocida bestaan meerdere serotypen. Meestal zijn serotype 1 en 3 verwerkt in de commercieel beschikbare vaccins. Afhankelijk van de fabrikant kan het zijn dat ook serotypen 4 en 5 zijn toegevoegd. In Europa zijn voor pasteurellose enkel dode vaccins beschikbaar. Van dode vaccins is bekend dat er slechts beperkte of zelfs geen kruisbescherming is voor andere types dan verwerkt in het vaccin. Dus beschermt een vaccin niet tegen alle types.

Onderzoek naar noodvaccinatie

Verschillende diersoorten kunnen een reservoir vormen voor de bacterie Pasteurella multocida. Daarom wordt vaccinatie gezien als een belangrijke preventieve maatregel. In het vervolgonderzoek wordt bekeken of een noodvaccinatie mogelijk is als therapie na een uitbraak. Dit onderzoek wordt in 2020 uitgevoerd.

Gemiddeld komt pasteurellose circa 10 keer per jaar voor op pluimveebedrijven in Nederland. De ziekte treedt vooral op bij leghennen met uitloop. De schade kan groot zijn, door het optreden van acute sterfte of het ontstaan van ontstekingen aan de kopversierselen of luchtwegontstekingen.

Pasteurellose wordt veroorzaakt door de bacterie Pasteurella multocida. De ziekte komt met name voor bij leghennen, maar kan ook optreden bij kalkoenen en vleeskuikens. Een besmetting kan acuut zijn en gepaard gaan met veel sterfte, maar er bestaat ook chronische pasteurellose, waarbij ontstekingen aan kopversierselen en luchtwegontsteking de belangrijkste symptomen zijn. Lees op Avined.nl meer over het onderzoek.