Monstername van reinigingswater verplicht in Vlaanderen

De pluimveesector is al enige tijd vragende partij om reinigingswater anders te categoriseren zodoende dat er een zogeheten forfait bekomen kan worden. Hiervoor heeft de pluimveesector, samen met de mestbank, enige tijd geleden het project reinigingswater gelanceerd. De bedoeling is om deze hercategorisatie wetenschappelijk te onderbouwen waardoor er een gunstige regeling bekomen kan worden en er een einde komt aan de grijze zone waarin het reinigingswater zich tot nu toe bevond.

Niet geheel vrijblijvend

Ondanks de grijze zone waarin reinigingswater zich nu bevind, is het wettelijk zo dat elke pluimveehouder een analyse dient te bezitten die niet ouder is dan drie maanden bij het transporteren van het reinigingswater.

„Het is van cruciaal belang dat er voldoende stalen genomen worden om de statistische dataset voldoende te kunnen onderbouwen en er een nieuwe regeling kan uitgewerkt worden”, waarschuwt Martijn Chombaere, beleidsmedewerker bij de Landsbond Pluimvee. „Zo niet zal er actief gecontroleerd worden door de mestbank aan de huidige wetgeving. We vermoeden dat er redelijk wat pluimveehouders beboet zouden worden in dit geval aangezien ze geen geldige analyses kunnen voorleggen, hetgeen nog steeds verplicht is op de dag van vandaag. Dit willen we ten allen tijde vermijden.”

Extra gegevens

Bij de monstername (staalname) dienen een aantal extra gegevens te worden meegegeven over het reinigingswater waaronder het volume van het bemonsterde reinigingswater, het aantal reinigingsbeurten waarvan het volume aanwezig is. De erkende laboratoria in Vlaanderen zijn ondertussen op de hoogte van het project en het monsternameprotocol (staalnameprotocol).

Reinigingsprotocol

Om het mogelijk te maken dat er voor het reinigingswater een specifieke regeling wordt voorzien en deze ook toekomstgericht kan worden aangehouden is het volgens de Landsbond Pluimvee erg belangrijk dat er nu en in de toekomst de nodige aandacht wordt besteed aan de voorfasen bij het reinigen van de stal. Om te kunnen genieten van een uitzonderingstatuut moet de inhoud van reinigingswater immers lager zijn dan 0,6 kilogram stikstof per vierkante meter. Een goede droge reiniging en het verwijderen van de losgeweekte mestresten, na het inweken van de stal, zorgt ervoor dat de stikstofinhoud van het reinigingswater tot een minimum wordt beperkt. De Landsbond Pluimvee stelde dit reinigingsprotocol op:

1. Droog reinigen
   De droge reiniging start met het uitrijden van de mest. Verwijder nadien ook op moeilijk bereikbare plaatsen het meeste losliggend vuil. Een grondige uitvoering van deze eerste stap levert in de volgende stappen een besparing van tijd en water op.
2. Inweken
   Het inweken van de stal zorgt ervoor dat het vastzittend vuil beter loskomt en daardoor zal de natte reiniging efficiënter verlopen. Na het inweken wordt de vaste fractie die is vrijgekomen ook uit de stal verwijderd. De vloer is dan visueel schoon (proper).
3. Reiniging zelf
   De natte reiniging wordt ingezet door de stal in te schuimen en daarna wordt alles, beginnend met het plafond, met de hoge drukreiniger grondig gereinigd.