Fotoserie: 'In nutriënten kan insect soja vervangen, financieel nog te duur'

Insecten als nieuwe grondstof én insectenkweek voor leegkomende agrarische gebouwen. Een lokale insectenmarkt opzetten en samenwerken met de mengvoersector. Dat zijn de stippen op de horizon van de jonge ondernemers van Insectocycle. Insectenproducten uit de insectenkweek zijn erg voedingsrijk en duurzamer dan alternatieve grondstoffen.

Jason Kiem (links) en Seppe Salari hebben samen met Jesse Turkstra InsectoCycle opgericht om te bouwen aan duurzame alternatieven voor vis-en veevoer. Het jonge bedrijf is druk met het optimaliseren van de insectenkweek: het proces dat reststromen in 10 dagen omtovert tot black soldier fly larven, een duurzaam ingrediënt in vis- en huisdiervoeding. Doel is een insectenketen met kwekerijen op het boerenerf. Met de recente toestemming om verwerkte insecteneiwitten in veevoer is het bedrijf klaar voor samenwerking met de mengvoerindustrie.

In Giessenburg had Kaas- en Zuivelboerderij Kuiper het stoppende bedrijf van de buurman gekocht. Voor de voormalige melkveeschuur werd een nieuwe bestemming gezocht en gevonden: de eerst pilotlocatie van InsectoCycle: de FeedBack Farm. „Hier onderzoeken we de reststroomverwaarding maar ook de toepassing van insecten in eindproducten”, zegt Salari.

In de voormalige melkveeschuur staan nu vijf klimaatcellen. Salari: „Het kweken van insecten is een nieuwe vorm van veehouderij. Je kan je aansluiten bij InsectoCycle om InsectoFarmer te worden. We leveren een totaalconcept: begeleiding bij de opstart, scholing door een erkende leerinstelling en afnamegarantie. De eerste InsectoFarmers zijn gestart. Nieuwe veehouders zijn welkom om InsectoFarmer te worden.”

De black soldier fly ziet er anders uit dan de bekende huisvlieg: een heel lang lijf. Het vrouwtje heeft een langer achterlijf waarmee ze eieren legt. De black soldier fly is in staat om vrijwel alle reststromen die je maar kunt bedenken razendsnel op te eten en zich zeer efficiënt voor te planten.

„De keten van insecten kun je vergelijken met kippen. Je start met ouderdieren. Die leggen eieren en die komen weer uit, met warmte maar zonder broedmachine”, legt Seppe Salari, insectenwetenschapper, uit.

De eerste klimaatcel is de voerkeuken met hamermolen en menger om voerrecepten te maken. De recepten voor de vermeerderingsvliegen zijn anders dan voor de kwekerijvliegen. Het eiwitpercentage van larven is te sturen met het substraat; een mengsel van de reststromen.

De larven groeien op mengsel van diverse reststromen waaronder kaaswei van de buurman melkveehouder. Reststromen, zoals tarwegistconcentraat, raapzaadschroot en broodmeel, staan in containers in de stal. „We zijn gebonden aan de regels van dit moment en kunnen de grondstoffen gebruiken die zijn toegestaan. Vliegen kunnen heel goed dood materiaal zoals rotte tomaten of mest afbreken. Dat is nu materiaal voor de vergisters. „We willen geen concurrent zijn van veehouderijsectoren die ook reststromen gebruiken voor bijvoorbeeld brijvoedering”, aldus Salari.

In de klimaatcel staat een lichtbak waarin duizenden vliegen leven. In de hoek staan twee donkere doosjes. „Die vullen we met een geurend mengsel zodat de vliegen daarop af komen en daar eieren leggen”, licht Salari toe.

Een eierlegplankje zien met daarin de eitjes. „Een vlieg legt 500 eitjes. Een keer per week halen we de dode vliegen eruit. De eitjes gaan in bakken met een voedingsmix. Na twee weken komen de eitjes uit en na 30 dagen heb je de eerste vliegen. Een supersnel generatie interval: 1 gram vliegeneitjes produceert 5 kilo larven. Een larve wordt in 14 dagen wel 5000 keer zo groot. Eén kilo reststromenvoer is voldoende om 200 gram larven te laten volgroeien. Een vlieg leeft 5 tot 7 dagen.

Bijna volgroeide larven. Van de nakomelingen gaat 99 procent verder naar de mesterij. De overige 1 procent verpopt tot vlieg om voor nakomelingen te zorgen. Zwarte larven zijn zich aan het verpoppen. Als ze uitkomen trekt het licht uit de lichtbak de vliegen aan zodat naar die klimaatcel vliegen.

De bakken met voedingsmix en verschillende stadia larven.

Een klimaatcel is de oogstruimte met een zeefmachine. De bakken met larven, voeding en afvalstoffen worden er boven in gekiept en uit de zeef komen twee fracties; larven en mest.

De verwerkingsruimte met ovens en droogmogelijkheden. Salari onderzoekt de droogmogelijkheden voor de larven.

De afvalstoffen bevatten goede verhoudingen van mineralen. Ze willen die als goede bodemverbeteraar met veel organische stof verwaarden.

Het proces schematisch weergegeven. Het doel van de jonge ondernemers is eind van dit jaar de eerste productielocatie te openen met uiteindelijk 50 bedrijven. „Er moet nog veel gebeuren willen we in 2030 de klimaatdoelstellingen halen. Insectenproducten kunnen daaraan bijdragen”, zegt Kiem overtuigend. Insectenproducten kunnen soja nog niet vervangen. Daar is soja nog te goedkoop voor. Biologisch kan het, financieel misschien over 15 jaar.

Lees in vakblad Pluimveeweb van juni de reportage over InsectoCycle. Het vakblad is vorige week donderdag 17 of vrijdag 18 juni verschenen. Ontvangt u het vakblad Pluimveeweb nog niet? Vraag dan hier een gratis proefnummer aan. Wilt u een abonnement op vakblad Pluimveeweb? Klik dan hier.

Tekst: Monique van Loon

Monique van Loon – van Duijnhoven is opgegroeid op een pluimveebedrijf met vleeskuikenouderdieren in Brabant. Monique heeft na haar opleiding aan de Hogere Agrarische School in Den Bosch ruim twintig jaar in het pluimveebedrijfsleven gewerkt als bedrijfsadviseur en communicatiespecialist pluimvee. In 2010 startte ze haar bedrijf AgriContent met als specialisme pluimvee. Ze denkt mee met de redactie en schrijft als freelancer voor Pluimveeweb.

Beeld: Susan Rexwinkel

Subcategorieën

Subcategorieën

Subcategorieën

Subcategorieën

Fotoserie: 'In nutriënten kan insect soja vervangen, financieel nog te duur'

Tekst: Monique van Loon

Praat mee

Nieuwsbrief

Fotoserie: 'In nutriënten kan insect soja vervangen, financieel nog te duur'

Tekst: Monique van Loon

Deel dit artikel

Praat mee

Nieuwsbrief