Vleeskuikenhouders terughoudend om te investeren in fijnstofreductie

De bereidheid om hierin te investeren neemt toe wanneer een subsidie beschikbaar wordt gesteld die 40 procent of 60 procent van het investeringsbedrag van de techniek vergoedt. Verder neemt de investeringsbereidheid toe wanneer door de overheid aan de vleeskuikenhouder een vrijstelling van 10 jaar of 15 jaar wordt gegeven. Dit houdt in dat een vleeskuikenhouder voor 10 jaar of 15 jaar wordt vrijgesteld van toekomstige, strengere fijnstofemissie eisen bij investering in een fijnstof reducerende techniek.

Voorkeur voor positieve ionisatie

De meeste vleeskuikenhouders hebben een voorkeur voor de techniek ‘positieve ionisatie door middel van koolstofborstels’ (31% fijnstofreductie) of de techniek ‘ionisatie door middel van negatieve coronadraden’ (52% fijnstofreductie).

Vrij weinig vleeskuikenhouders kiezen voor de techniek ‘luchtconditioneringsunit’ (80% fijnstofreductie). Dit kan te maken hebben met het vrij hoge investeringsbedrag van de luchtconditioneringsunit (€3,50 tot €4,50 euro per vleeskuikenplaats ). Het investeringsbedrag van ionisatietechnieken (€0,30 tot €1 per vleeskuikenplaats) ligt aanzienlijk lager.

Jongere meer bereid te investeren

De resultaten geven verder aan dat jongere vleeskuikenhouders meer bereid waren om te investeren in een fijnstof reducerende techniek dan oudere vleeskuikenhouders. Vleeskuikenhouders met een bedrijfsopvolger zijn ook meer bereid om te investeren vergeleken met vleeskuikenhouders die (nog) geen bedrijfsopvolger hebben. De omvang van het bedrijf is ook van invloed op de bereidheid van de vleeskuikenhouder om te investeren in een fijnstof reducerende techniek.

Vleeskuikenhouders met meer dan 60.000 vleeskuikenplaatsen waren minder bereid om te investeren dan vleeskuikenhouders met 60.000 vleeskuikenplaatsen of minder. Vleeskuikenhouders met een groot aantal vleeskuikenplaatsen hebben een sterkere voorkeur voor de techniek ‘luchtconditioneringsunit (80% fijnstofreductie). De resultaten geven geen verschil in investeringsbereidheid tussen reguliere vleeskuikenhouders en vleeskuikenhouders met concepten.