'Pluimveesector heeft goud in handen'

Eltjo Bethlehem neemt afscheid van het Poultry Expertise Centre omdat hij de leeftijd van 65 heeft bereikt. Hij ziet dat de veehouderij te maken heeft met veel weerstand en negativiteit. „Het kabinet wil dat we krimpen met 30 procent in de komende tien jaar. Dat is maar een getal. Wat bedoelen ze ermee? Productiekrimp? Vermindering van aantallen bedrijven? Van beschikbare oppervlakte? Of gaat het over een reductie van uitstoot?”
Goud in handen
Wat Eltjo wil zeggen: met de kennis en innovatiekracht die in de (pluim)veehouderij aanwezig is, is het mogelijk om te sturen en de toekomst van de sector ondanks alles mede vorm te geven. „Als je het goed beschouwt, hebben we het goud in handen. Natuurlijk zullen er bedrijven moeten stoppen, niet iedereen wil of kan innoveren. Maar ook voor die mensen geldt – net als voor mij – dat een al of niet noodgedwongen stop de ruimte geeft aan nieuwe ontwikkelingen in het leven.”
Het belooft dan ook een heel interessante tijd te worden, denkt Eltjo. „Decennia hebben we in de veehouderij gestuurd op vergroting van de efficiency: optimalisatie van de opbrengst. Nu verleggen we de focus. We sturen steeds meer op andere factoren, door slimmer en beter te werken. Want zeg nou zelf: het is toch eigenlijk van de gekke dat de introductie van de scharrelkip – om heel goede redenen van dierenwelzijn – uiteindelijk leidde tot de uitstoot van tien keer zoveel fijnstof?”
Leefomgeving
„We moeten met onze sector bijdragen aan een betere leefomgeving voor mens en dier, met aandacht voor natuur en milieu en een beter dierenwelzijn. Hoe je het wendt of keert: onze samenleving heeft problemen met het vinden van woninglocaties en er zijn levensgrote problemen in de natuur. Als veehouderij kunnen wij bijdragen aan oplossingen. De pluimveesector produceert – qua footprint – het meest compact ten opzichte van andere veehouderijsectoren. Vergeet dat niet.”
Hij windt er geen doekjes om: „Duurzaamheid moet onze drijfveer zijn”. Hij kijkt naar Zweden, waar het roer al jaren volledig en heel rigoreus om ging naar meer duurzame pluimveehouderij. Maar waar vervolgens het aantal boeren zo terugliep, dat Zweden zijn burgers nog onvoldoende van eigen dierlijke producten kan voorzien. Stikstof houdt niet op bij de grens, de productie en verkoop gaat ook over alle grenzen heen. „Het is nog wachten op oplossingen uit Europese samenwerking. Die is onvermijdelijk nodig door grote vragen te beantwoorden over de noodzaak voor elk land om in voedsel te kunnen voorzien. Het kan ook allemaal zoveel slimmer en beter door beter samen te werken", vindt hij.
Soja-gebruik
En het soja-gebruik dan? Eltjo stipt even aan hoe diermeel als voedsel voor het vee niet meer toegestaan was als gevolg van de BSE-crisis in de jaren tachtig. „Diermeel maakte plaats voor soja, dat we goedkoop weghalen vanuit verre landen. De gezondheidsmaatregelen waren destijds terecht, maar nu zijn de nieuwe voorschriften verworden tot een harnas en een verdienmodel waardoor delen van oerwouden worden vervangen worden door sojaplantages. Dit terwijl we nu de kennis hebben om weer op een veilige manier diermeel te kunnen gebruiken. Het is als zo vaak: de wet- regelgeving sukkelt achter de kennisontwikkelingen aan. Datzelfde zien we bijvoorbeeld op het gebied van vaccinatie tegen MKZ (mond-en-klauwzeer) en vogelgriep. Tegenwoordig kunnen we vaccinvirussen prima detecteren; het gevaar dat we mensengriep en ‘vaccingriep’ met elkaar verwarren is nihil.”

Tekst: Tom Schotman
Groeide op een vleeskuikenbedrijf in het Achterhoekse Vragender op. Schrijft sinds augustus 2013 voor Pluimveeweb.nl, vakblad Pluimveeweb, Pigbusiness.nl, vakblad Pig Business en de regionale agrarische vakbladen van Agrio.
Beeld: Gemeente Barneveld
Bron: Poultry Expertise Centre