Vlaamse overheid moet schadevergoeding betalen aan buren van pluimveebedrijf

De overheid maakte in 2017 een fout bij het verlenen van de vergunning. In 2020 raakte het bedrijf de vergunning kwijt. De omwonenden hebben recht op een vergoeding van meer dan 16.000 euro voor de overlast die ze ondervonden in de periode tussen de jaren 2017 en 2020.

Het bedrijf had een vergunning voor het houden van 35.0000 kippen. De omwonenden ondervonden hinder en spanden enkele rechtszaken aan om de verleende vergunning te laten vernietigen. Ze droegen aan dat ze last hadden van geurhinder, hinder door ongedierte, stofhinder, verkeershinder, geluidshinder, visuele hinder en hinder aan hun leefomgeving. In 2020 bepaalde de Raad van State dat de moest worden vernietigd.

De vergunning werd verleend zonder zekerheid dat de hinder voor de omliggende woningen tot een aanvaardbaar niveau kon worden beperkt. Het milieueffectenrapport schoot tekort en was niet goed getoetst. De uitspraak was voor de omwonenden reden om verder te procederen. Ze eisten een herstelvergoeding van de Vlaamse overheid. Die is nu toegekend.

Schadevergoeding tot herstel

De Raad van State heeft in België sinds 2014 de bevoegdheid om een schadevergoeding tot herstel toe te kennen. Dat gebeurde tot dusver slechts enkele malen en werd tot dusver niet toegepast in milieuzaken. Een schadevergoeding kan alleen gevorderd worden wanneer een vergunning vernietigd is. Daarnaast is vereist dat het nadeel of de schade niet volledig door de vernietiging van de vergunning hersteld is, meldt het Vlaams infocentrum land- en tuinbouw (Vilt) deze week.