Limburg ziet alleen maar nadelen aan langzamer en kleinschaliger slachten

De PvdD stelde de vragen naar aanleiding van de beslissing van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) om een Limburgse vleeskuikenslachterij te verplichten de slachtsnelheid te verlagen. De vleeskuikenslachterij moest de slachtsnelheid verlagen omdat het overtredingen heeft gemaakt op het gebied van hygiëne- en dierenwelzijn.

Twee nadelen

De slachterijen in Limburg behoren tot de kleinere van Nederland en slachten in relatie tot andere slachterijen met een lagere slachtsnelheid. Waar de grotere slachterijen slachten met snelheden tot 13.500 per uur, slachten de slachterijen in Limburg ongeveer de helft van deze snelheid.

De provincie ziet twee nadelen op het moment dat er nog kleinschaliger geslacht zou gaan worden. Ten eerste geeft Limburge aan dat het makkelijker is om toezicht te houden op één grote locatie, dan op meerdere kleine slachtlocaties. Ten tweede zegt de provincie dat het dierenwelzijn alleen maar achteruit zou gaan als de slachtcapaciteit verkleind wordt, omdat er dan levende dieren die hier niet meer geslacht kunnen worden naar het buitenland moeten worden vervoerd. In het buitenland heeft Nederland dan nog minder zicht op de omstandigheden waaronder dieren geslacht worden.

Welzijnsconsequenties

De provincie Limburg geeft verder aan dat er veel controles plaatsvinden in de slachterijen in Limburg. Ook staan de slachterijen permanent onder toezicht van een dierenarts van de NVWA. Echter, door een tekort aan deze dierenartsen moet het slachten van kippen soms uitgesteld worden. Dit heeft volgens de provincie Limburg welzijnsconsequenties voor de dieren, waar de provincie niks aan kan doen. Ook vroeg de Partij voor de Dieren zich af of er in de slachthuizen van Limburg een toets op de gezondheid voor mens en dier wordt gedaan. De provincie antwoordde hierop dat, bij het verlenen van een omgevingsvergunning, dierenwelzijn geen aspect is dat dient te worden meegenomen in toetsing.