Pluimveehouders vrezen onrealistische regels rondom dierenwelzijn: 'Supermarkt gaat daar niet extra voor betalen'

Op 1 juli treedt de Wet Dieren in werking, tenzij demissionair minister Adema voor die tijd een nota van wijziging in de wet heeft gemaakt en de goedkeuring van de Tweede en Eerste Kamer heeft. De Tweede en Eerste Kamer willen daarvoor weten welke maatregelen de minister gaat nemen via een zogeheten Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB).

Zolang de nota van wijziging die Adema schrijft hiervoor niet door de Eerste Kamer is aangenomen, gaat de Wet Dieren in werking op 1 juli dit jaar, inclusief het amendement van Vestering van de partij Partij voor de Dieren. Die partij stelde in 2021 middels een amendement (een formele wijziging van de wet) voor om toe te werken naar een meer dierwaardige veehouderij. 'Het zal niet langer zijn toegestaan om dieren te houden in een huisvestingssysteem dat hen permanent de mogelijkheid ontneemt om hun natuurlijke gedrag te vertonen', staat in het aangenomen amendement.

Onhaalbaar en onuitvoerbaar

Volgens demissionair minister Piet Adema van Landbouw is het wetsvoorstel onhaalbaar en onuitvoerbaar. Het amendement is volgens hem onduidelijk gedefinieerd en moeilijk te handhaven. Daarom voert het ministerie op de achtergrond al langere tijd gesprekken met verschillende belangenverenigingen in de sector. In het convenant dierwaardige veehouderij moet worden opgenomen hoe een dierwaardige veehouderij er in de praktijk uit zal komen te zien.

Tot nog toe is er geen convenant gesloten, omdat het niet meevalt om duidelijke afspraken te maken waar alle partijen het over eens zijn. Daarom zijn nu alle ogen gericht op Adema. Volgende week laat hij aan de Tweede Kamer weten hoe hij invulling wil gaan geven aan de wetswijziging en hoe hij 'dierwaardigheid' wil gaan definiëren. Vervolgens wordt het onderwerp begin maart door de Kamer besproken.

Convenant dierwaardige veehouderij

Het convenant dierwaardige veehouderij kan desastreus uitpakken voor pluimveehouders, waarschuwde de NVP in oktober vorig jaar. De vakbond schortte in september vorig jaar deelname aan het convenant dierwaardige veehouderij op.

LTO/NOP bleef wel aan tafel zitten om tot een convenant dierwaardige veehouderij te komen. „Zonder convenant is de pluimveesector verder van huis. Dan zijn pluimveehouders volgend jaar overgeleverd aan rechters die zich moeten uitspreken of een bepaalde houderij al dan niet dierwaardig is”, waarschuwde LTO/NOP-voorzitter Kees de Jong in september vorig jaar.

Onbetaalbaar

Veehouders maken zich onder meer zorgen over de betaalbaarheid van de plannen, zegt voorzitter Bart-Jan Oplaat van de Nederlandse Vakbond Pluimveehouders (NVP) tegen actualiteitenprogramma EenVandaag. Het wordt volgens Oplaat 'heel lastig' om nog een goede boterham te verdienen als de eisen voor het houden van dieren strenger worden. Daar hangt een prijskaartje aan, benadrukt hij.

En wie gaat die prijs betalen? Niet de supermarkten, denkt de NVP-voorman: „Je kan wel regels maken voor wat we extra moeten doen, maar de supermarkt gaat daar niks extra's voor betalen. „Het is de wettelijke plicht dat jij dit gaat doen. Daar ga ik jou geen extra beloning voor geven", zegt hij tegen EenVandaag.

Supermarkten kunnen hun producten bovendien uit het buitenland halen, waar de eisen rondom dierenwelzijn minder streng zijn en de producten goedkoper zijn, stipt Oplaat aan. Veehouders zijn daarom bang dat de kosten van een dierwaardige veehouderij op hun bordje terechtkomen.

Gelijk speelveld

De NVP-voorzitter betoont dat de pluimveesector wel openstaat voor verandering als de markt dat vraagt. Dit heeft de pluimveesector in het verleden meermaals gedaan. Als de markt meer dierenwelzijn vraagt dan gaat de sector daar in mee, geeft Oplaat aan. Er moet dan echter wel een gelijk speelveld zijn. Dit is voor de NVP één van de voorwaarden voor een deelname aan het convenant dierwaardige veehouderij.

Strengere regels rondom dierenwelzijn werken niet als die alleen in Nederland gelden en er ongelimmiteerd pluimveeproducten binnenkomen die niet aan deze eisen voldoen. „Als de legbatterij eieren uit Oekraïne mogen blijven binnenkomen, is het geen houdbare situatie. De minister van Landbouw moet zich in Europa hard maken voor eisen aan de buitengrens", zegt Oplaat tegen EenVandaag.