Tom Schotman

Ruimen van zieke koppels lijkt een logische manier om de H3N1-vogelgriep in België in te dammen. Het is echter de vraag of ruimen afdoende is omdat er mogelijk koppels zijn die geen of weinig ziekteverschijnselen vertonen, maar wel virus bij zich dragen. 

De laagpathogene H3N1 vogelgriep breidt verder uit. In het noorden van Frankrijk en in Luxemburg is ook een H3N1-geval gevonden. Inmiddels zijn in Vlaanderen niet alleen productiedieren, maar ook jonge opfokhennen besmet.

Vleeskuikenslachterij Lammens in het Belgische Torhout is afgelopen maandag 17 juni failliet verklaard. „Het probleem was vooral dat er niet genoeg geld was om vleeskuikenhouders te betalen, terwijl de onderneming moest wachten op het geld van klanten.”

„Door vanaf de opstart luxe te voeren en door op latere leeftijd extra nutriënten aan het voer toe te voegen is een goede eischaalkwaliteit na 80 weken bij zowel witte als bruine hennen goed mogelijk.” Dat zegt eigenaar Robert Bos van P. Bos veevoeders.

Grote schade en hoge uitval is ook zonder co-infecties mogelijk bij laagpathogene H3N1 vogelgriep. Dat blijkt uit een onderzoek van de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) bij leghennen van 35 weken.

De antibioticareductie in de Nederlandse vleeskuikenhouderij had geen aantoonbaar negatief effect op de gemiddelde productie en de economische resultaten van vleeskuikenbedrijven.

Het aantal laagpathogene vogelgriepuitbraken op pluimveebedrijven in België steeg de afgelopen week licht van 71 naar 73. Dit is een veel minder grote stijging dan vorige week. Toen telde België nog 12 nieuwe uitbraken.

De Vlaamse vleeskuikenslachterij Lammens zoekt op korte termijn een overnamekandidaat. Het bedrijf zit opnieuw in financiële moeilijkheden.

De Nederlandse Vakbond Pluimveehouders (NVP) is niet te spreken over de werkwijze van LTO Nederland om mestfraude te bestrijden. Dat zegt NVP-secretaris Aalt den Herder naar aanleiding van het persbericht van LTO Nederland.

LTO/NOP is blij dat Schouten haar visie voor kringlooplandbouw bekendgemaakt heeft, maar vraagt zich af hoe de Autoriteit Consument en Markt (ACM) ervoor gaat zorgen dat boeren hogere prijzen krijgen van afnemers die bovenwettelijke eisen stellen.